California

California
Limantour beach, Point Reyes

zondag 29 mei 2016

'T is oal gjieen oar snien

Kek haar dagen zijn gevuld.
Banaal gevuld met koken en eten, en eten zonder koken, met opruimen en boodschappen doen, ramen wassen, 
de moestuin, de kippen,
 met oefenen voor de muzieklessen, ...
De zin ervan is niet altijd duidelijk.

Ook gevuld met minder banale activiteiten
zoals administratie van bank- en andere zaken,
het wekelijks bezoek aan Bomma in de Bijster,
het ophalen op school van Viktor en Emiel, en soms ook Lotte,
een onverwacht middagconcert in AMUZ,
een achterkleinkinderenfoto gaan maken in Izegem, en in één beweging ook een viergeslachtenfoto,


of weer eens naar de Far West voor een samenkomst met ex-collega's van de examencommissie:
Carina, André, Paul, Monique, Monikske, Christine, Kris, Lief, Tilly, Eddy, Ria en organisatoren Leen en Guido
Het gaat er over vlas, en gulden sporen, en begijnen.
We zijn in Kortrijk, deze keer!
En natuurlijk gaat het ook over die goeie ouwe examencommissietijd ...






En soms, heel soms, verprutst Kek al eens een hele dag met niets doen.

Maar druk of niet druk, altijd weer zijn ze er, die beelden. 
Vooral 's avonds, maar evengoed overdag tussen alle drukte door
'Op het netvlies gebrand' 
Zijn afgetakelde, uitgemergelde lijf, 
Zijn onmacht, 
Zijn krachteloosheid, zelfs om eten te kauwen of woorden te vormen
(Ge moet het nochtans 'van u afeten')
Zijn verbeten voortgewerk aan zijn 'laatste' paper
Zijn verhakseld maar tegelijk erg lyrisch vertellen, die allerlaatste avond, 
over The Space Odyssey  
...
En tegelijk zijn gevleugelde uitspraken
Pak mij nog eens vast
Brute pech is het
Mooi meisje
Lach eens
Lastig dat je mij zo gaat herinneren
De mannekes
'T is oal gjieen oar snien
('t is die bekkn leggn)
...
Hij is er niet meer
en tegelijk overal.


vrijdag 20 mei 2016

Het groeit en het bloeit


Het grote werk in de moestuin is achter de rug.
De planning, het klaarmaken van de grond, zaaien en uitplanten, ... zijn voor 't grootste deel gebeurd.
Het is zelfs bijna tijd om te beginnen oogsten.

Rabarber is al een tijdje aan de beurt. 
De rabarbermoes met appelsienrasp en -sap is echt zalig!
Ook crumble en taart worden tegenwoordig van appelsienrasp voorzien.


Er zijn ook al 17 groene asperges geoogst! 
We houden de telling nauwgezet bij.
Met een beetje boter, veel daslook en peterselie, pasta en een Campine-eitje:
meer moet dat niet zijn!

De erwten zijn echt goed vertrokken.


Kek vindt het er nog altijd heel professioneel uit zien om erwten te laten klimmen op rijshout!
Tussen de rijen rijshout hebben we de bodem afgedekt met karton, waarop wat ruwe compost.
Het is een experiment om de groei van onkruid tussen het rijs tegen te gaan. 
Het kan heel lastig zijn om alle concurrenten van tussen het hout te verwijderen zonder de erwtenplanten te beschadigen.  
Laten we zeggen dat het met Kek haar spreekwoordelijk geduld nagenoeg onmogelijk is.

De labbonen zien er, om heel eerlijk te zijn, niet helemaal zoals anders uit. 


Het zou precies al bijna oogsttijd moeten zijn en ze zijn nog maar 20cm hoog maar beginnen wel al te bloeien.

De patatten zijn al eens aangeaard. 
Ze hebben zich goed hersteld na de vorstschade door de hevige hagelbuien van april.

De spruitplantjes groeien traag en ze vallen in de smaak bij de slakken. 


Kek zal niet veel moeten uitdunnen... 
En ja, het karton met een steen of stuk hout erop is nog steeds een goede slakkenval! 
                                              Zie ook: Bakken slakken
Kek ging 'nooit nog kolen zetten' maar probeerde het dit jaar toch nog eens met spruitjes. Het leek een leuke plant voor Viktor, Emiel en Lotte.

De pompoenen zijn uitgeplant. 
Kek heeft er twee soorten gezaaid, maar is vergeten welke kiemplantjes welke soort zijn. Het zal wel duidelijk worden als de vruchten beginnen komen?


De tweede zaai courgetten is aan het kiemen. Van het eerste zaaisel is maar een courgette uitgekomen. 

De zuring begint aarzelend te kiemen en de rucola is bijna klaar om te oogsten.

De snijbiet heeft zichzelf uitgezaaid!


Voor het eerst wortelpeterselie gezaaid en in een aantal verloren hoekjes boekweit en incarnaatklaver.

Zoals Kek absoluut geen moeite wil doen om planten te kweken die toch niet willen groeien op arme, zure zandgrond (zoals wortels, radijzen, kolen, maïs, ajuin en prei), zo heeft ze werkelijk veel respect voor planten die vanzelf groeien. Een beetje teveel misschien, want het wieden wordt er niet makkelijker door.
Het is altijd weer een dilemma of zaailingen mogen blijven staan of er uit moeten om plaats te maken voor 'echte' planten.
Enerzijds denkt Kek dat een plant die zich zo heerlijk enthousiast zelf uitzaait, zich wel goed moet voelen in haar tuin én bloemen trekken bestuivers aan. Dat kan alleen maar positief zijn!
Anderzijds staat op de duur echt alles dooreen en is er van ordelijke bedden of rijen, laat staan paadjes, zoals in de meeste tuinen, helemaal niets meer over.

Neem nu Oost-Indische kers
Jaar na jaar komt die weer even uitbundig terug. 


Zaad kopen is niet nodig. De eind vorig seizoen rijkelijk ingezamelde zaden moeten zelfs niet aangesproken worden: overal ontkiemen ze.
En het is een prima bodembedekker, zowel levend als afgestorven. 
Na de eerste vorst is het dode materiaal ook goed als bodembedekker in het kippenhok!

Of goudsbloem
Na een moeizame start vorig jaar, kiemt nu overal de goudsbloem.
Hier staat ze naast en tussen de aangeaarde patatten.


Zonnebloemen hebben altijd een vreemde aantrekking op Kek uitgeoefend, maar het was steeds weer een probleem om ze te zaaien en groot te krijgen. 
De laatste jaren zaait Kek er geen meer: er komen er overal uit!

Phacelia, de bijenplant en groenbemester heeft ook geen enkele moeite om overal op te duiken.

Boekweit heeft Kek vorig jaar voor het eerst gezaaid, en ze is er geweldig enthousiast over.
Het is een echte bodemverbeteraar, bijenplant en hij woekert niet!

Rankende helmbloem is een verhaal apart. 


In een ver verleden, toen Snor nog bijen had, en we nog naar bijenmarkten gingen, is die ooit eens mee van zo'n markt gekomen.
Na een paar jaar kwam hij overal in de tuin voor. 
We zagen het plantje ook verder in onze straat opduiken.
Na al die jaren overleeft dit eenjarig plantje nog steeds. 
Het is een geweldige bodembedekker en een bijenplant.
Hoe zou Kek het ooit kunnen maken om zo'n plant koudweg te liquideren?

Het is trouwens toch fantastisch om wat bloemen tussen de moestuinplanten te hebben. Waarom zouden vergeetmijnietjes en boshyacynten, dagkoekoeksbloem en vingerhoedskruid, paarse dovenetel, robertskruid, lookzonderlook ... niet tussen de groenten mogen groeien en bloeien?

Woekeraars zoals zevenblad, kruipende boterbloem, kweek, brandnetel, braam, ... worden als ze in de moestuin opduiken wel zonder pardon aan de kippen gevoederd.


Het vogelbosje naast de moestuin staat ook in bloei! 
De meidoorn en de Gelderse roos uitbundig, kardinaalsmuts en vuilboom bloeien in 't klein.
Dat wordt smullen in 't najaar ... voor de vogels.

dinsdag 17 mei 2016

Twee jaar geleden

Ongeveer twee jaar geleden begon Kek met deze blog.

Om de reisverslagen in onze reizentijd een beetje overzichtelijk te houden en vooral makkelijk terug te vinden, ook voor de lezer.
Ironisch genoeg werd Snor kort na de start van deze blog duidelijker ziek en werd er steeds minder ver gereisd en dus, reisverslag uitgebracht.

Natuurlijk is er ook thuis en kort bij huis vanalles te beleven dat de moeite is om te delen en te onthouden.
En natuurlijk is een blog ook een handige chronologie.
Als er bv. een discussie is over wanneer Mielepoten nu juist ontstaan zijn, of over een aanwezige kunstenaar in Watou, of hoe kort geleden het was dat Snor en Kek nog piramides beklommen in Yukatan, ...

Soms zou Kek willen dat ze tien jaar geleden al met bloggen begonnen was.
Toen werden er verslagen in schriftjes geschreven tijdens de reizen, en later op mail naar familie en enkele vrienden.
Die schriftjes zijn ook leuk, tenminste als ze eens ergens opduiken.

Bloggen is momenteel ook nog therapie, nu drie maand na 14 februari...
En misschien moet Kek alle reizen van de laatste tien jaar eens opnieuw doen en dan de gemiste blogs schrijven?


Hobokense polder, bis

Omdat Miel vorige keer zo enthousiast was en zo graag 
'nóg eens naar polderbos, want dat was gezellig, Kek' 
wilde, doen we op Pinkstermaandag een tweede tocht door de Hobokense Polder.
Viktor logeert in Gent bij Margot.
Enkel Miel en Lotte zijn van de partij, en mama en Doppe...

Het doel is veren zoeken, maar niet heus en het is een pak kouder en ook wel natter dan een week geleden.
Miel wil wel een trui aan, maar 'niet toe doen'!

 

We beginnen op een heel avontuurlijk - want niet echt officieel - paadje, door een zee van boterbloemen, rode klaver en koekoeksbloem.
Lotte is in haar nopjes bij zoveel bloemenpracht.
Het paadje eindigt in een wildernis van braam en brandnetel en mama's voeten zijn snel helemaal geneteld.
Miel en Kek hebben gelukkig hun wandelschoenen aan, Doppe is ook veilig geschoeid, Lotte zit toch maar terug bij mama in de rugzak!
We kunnen de hondsdraf-les van Viktor toepassen!

Lotte heeft de smaak te pakken: we doen 'standbeeld' bij de salamanderplek.


We ruiken aan bloemen, maar de lijsterbesbloesem stinkt...



De kijkhut ligt ook weer op de route.


Het duurt even voor we een kijkopening vinden op Lotte haar hoogte ...


Vanaf daar kiezen we een andere weg: het houten paadje (zonder leuningen).



Meer dan een stuk schors en een stok hebben kinderen niet nodig om in de zevende hemel te zijn...



We wandelen door een ruig stuk met veel dood hout, over de oude spoorlijn.


De koeien hebben het pad voorzien van koeienvlaaien. 


'Wat zijn dat?' 
'Dat is de kak van koeien'
'Mama, de koeien hun kak, dat zijn vlaaien!'
Lotte echot 'laaien'

We zien geen koeien, en Miel denkt dat ze zich verstopt hebben in het oude stationnetje.
Lotte echot 'koeien stopt tonnetje'



We hebben slechts vijf veren geraapt en weer geen ijsvogel gezien, maar het was wéér leuk!
En we hebben weer vanalles bijgeleerd.

Iedere ouder zou met zijn kroost minstens een keer per week de natuur moeten intrekken...


dinsdag 10 mei 2016

Voor de eerste keer


Voor alles is er een eerste keer.
Zoals bvb. de eerste keer in een hangmat gaan liggen, de eerste keer in zee zwemmen, de eerste vliegervaring, voor het eerst in Japan zijn, de eerste blue machine, de eerste keer eigen asperges oogsten en eten, de eerste daslook van het jaar proeven, een ongekend muziekstuk voor het eerst horen, ...
Een tweede keer geeft nooit dezelfde ervaring.
Kek deed deze week verschillende dingen voor het eerst.

Bij kinderen moet dat zo spannend zijn. 
Er is voortdurend en vlakbij zoveel te ontdekken.
Voor Kek, zijnde toch een bioloog is het allicht een beetje raar om nu nog natuurgebieden te moeten leren kennen?
Neem nu de Bourgoyen in Gent.
Het is tijdens Kek haar studietijd, begin jaren 70, dat de eerste stappen richting bescherming van het gebied er kwamen.  Ze kwam er deze week voor het eerst omdat Anna, nota bene een rechtenstudent, voor het vak milieurecht aan een geleide wandeling in een Natuurgebied moest deelnemen.
Over het geleid gaan we het niet hebben, maar de Bourgoyen mogen er zijn.



Margot en Anna zijn er bij en Quinten en Lien. Die laatste twee haken af na een dik half uur, want het geleid is een beetje lastig.
Het is een maandelijks weerkerende wandeling die dus heel basic is en waar de gids met zijn uitleg mikt op een volstrekt lekenpubliek. 
Kek houdt zich in als er onnauwkeurigheden en zelfs fouten in het verhaal sluipen.
Kwakende groene kikkers hebben eigenlijk meer te vertellen.


Er wordt ondermeer gewezen op aalscholvernesten.



We zien overvliegende ooievaars, geen roofvogels, we horen krakeenden, sommigen zien een blauwe tjiftjaf, ...
We zijn met een vogelaar op stap.

Kek geniet van het gezelschap, het mooie weer en van de mooie drassige graslandjes.



Een paar dagen later - Viktor en Emiel hebben een facultatieve verlofdag - is de Hobokense polder aan de beurt.


Viktor is de gids en kan tot grote verbazing van Kek al behoorlijk kaartlezen.



Blijkbaar zijn de klasjes van Polderstadschool er al eens gaan wandelen. Het 'moet' van Viktor dezelfde toer zijn, met vertrek aan de ingang achter 'de Schorren'. 

We krijgen uitleg over de leeftijd van een boompje, em wat we kunnen doen als we geneteld worden.
Zou Viktor dezelfde gids gehad hebben op zijn schooluitstap? 
De remedie is in elk geval dezelfde als die van de Bourgoyense gids: hondsdraf!

Bij de salamanderplek mogen we eerst even verpozen en worden er kunstige bouwsels gemaakt.



Daarna is het salamanders spotten.
Ze laten zich niet zien.
Bij de wandeling met school 'hadden alle kinderen een salamander gezien, maar ik niet' zegt Viktor.



Dan maar verder, tot de volgende speel- en ontdekplek!


Een echte kijkhut ligt op ons pad.


Het zicht vanuit de hut kan maar even boeien, de 'sledderdebedders' (sledderbedders, volgens Miel) des te meer!


Het kost Doppe en Kek wat overredingskracht om verder te trekken...

Tot aan de Schelde zit er niet meer in, we namen een verkeerde afslag, maar een omgevallen boom is ook weer goed voor wat stoer jongensgedrag!



Omdat we ondertussen niet zo ver meer van de uitgang bij het Polderstation zijn, besluiten we richting huis te gaan. Miel vroeg al een paar keer: 'wanneer gaan we naar huis?'
Om het nog wat didactisch te houden, leren we bij over planten, over fluitekruid en vossenstaart, over rankende planten, over witte dovenetel.
Viktor neemt er wat mee, voor een tentoonstelling voor mama.
Leuk om met enthousiaste en leergierige jongens op stap te zijn!


Thuis hebben we honger!
Miel krijgt een ijske, en eet het heel gezellig maar toch ook een klein beetje ongemakkelijk op.


Viktor ontdekt hoe lekker aardbeien met poedersuiker zijn!


Na de middag gaat het nog richting 'grote speeltuin', voor Kek ook de eerste keer!
Rododendrons en dotterbloemen hebben hilarisch grappige namen, vinden de jongens.

Wat we ook voor het eerst doen, dees dagen is de bessenstruiken semi-professioneel afschermen tegen vogelvraat. Gelukkig zijn we met zijn drieën, want het is een hele opgave.
Het resultaat ziet er goed, maar ook raar uit, en hopelijk krijgen we nu een overvloed lekkere bessen in ruil!
De hommels zullen veel werk hebben in onze tuin nu de bijen het laten afweten. 
Doppe heeft er al eentje gezien, één bij, terwijl de fruitbomen zo overvloedig bloeien dat ze nu zouden moeten zoemen van de bijen!