California

California
Limantour beach, Point Reyes

dinsdag 14 maart 2017

Laatste dagen vullen in Baguio

Dag 1

Nadat Fanny en Co naar Bohol vertrokken zijn, trekken Eliane en Kek door wolken uitlaatgassen van de jeepneys te voet en bergop naar het centrum van de stad.

 

Hier is nog werk aan de milieuvriendelijkheid van de voertuigen!
We hopen in een parkje een boekje te kunnen lezen, om een beetje te bekomen van de vorige dagen, maar het park is helemaal gecommercialiseerd.

 

De zoektocht naar eten is zo mogelijk nog moeilijker. 
We eindigen uiteindelijk in een Japans restaurant: Naruto.
Kek voelt zich thuis, onder het toeziend oog van een Japans mannetje.
De groententempura en de misosoep zijn lekker!

 

Na de middag gaan we met Jocelyn (de zus van Fanny) en Franklin een weefcentrum bezoeken.

 

 

Ook de houtbewerkersstraat komt aan bod.
Bij deze schattige mevrouw kocht Kek een aantal houten rijstscheppen.

 

In een ander atelier worden de kinderen aan het werk gezet.

 

Om af te sluiten rijden we nog langs het SM, een shopping mall die door een chinees werd opgericht.
Het uitzicht over Baguio is mooi.

 

Dag 2

We beginnen met fitness in the morning: 320 treden naar 'Our lady of Lourdes'.
Onwaarschijnlijk hoe gelovig de Filipijnen zijn!

 
 
 

Het dikke gastenboek is al helemaal vol. De eerste bladzijde werd beschreven op 2 februari, de laatste op 13 maart.

 

We leren dat grote boodschap duurder is dan gewoon plassen.

 

Dan gaat het naar het volgend (verlaten) heiligdom: een Dominikaner retreat centrum.
Deze gigantische 10 geboden staan volgens Franklin in het Guinness book of records.
Het is een Joodse versie die naast een kleine Joodse gebedsplaats staat.

 

Het Dominikaner retreat centrum is groots maar vervallen.
Het staat leeg sinds de bombardementen tijdens WOII.
Onwaarschijnlijk...

 
 
 
 
 
 
 

We doen echt de ronde van Baguio!
Na het viewpoint 'Kennon road' en een rit over het verlaten vliegveld van Baguio, bezoeken we een militaire basis, waar de Filipijnse rekruten opgeleid worden.

 
 

Ook hier een Maria!

 

Tot slot komt de botanical garden aan de beurt.

 
 

Dat is niet echt een botanical garden, eerder een park.

 

Speciaal is wel dat daar de schuilplaats was van de Japanners tijdens de oorlog: een ondergronds gangenstelsel met kamertjes.

 
 
 

Voor dag 3 staan de Rose garden en de strawberry fields van Trinidad op het programma.
Kek verwacht er niet teveel van.

In elk geval is geen van de bovengenoemde bezoeken de moeite om voor naar Baguio te komen, 
maar als je er toch bent...

maandag 13 maart 2017

Op zoek naar Fanny haar roots!

Vanuit Baguio nemen we (Fanny, Kristabel, Eliane en Kek, en onze chauffeur Franklin) de scenic route naar Sagada en Bontoc. 
Omdat het een rit van vijf uur is, vertrekken we voor dag en dauw. Om 5:30 zijn we aan het rijden, het is nog donker. 
Het is een mooie tocht door de bergen met hier en daar een dorpje of een nederzetting, altijd met planten en bloemen voor de huizen.
Fanny vertelt honderduit over de bergbewoners en hoe anders, lees werkzamer, die zijn dan de mensen van Bohol.

 

 

Op de berghellingen zien we kilometers lang overal terrassen vol met groenten! 

 

Er lopen geen wegen langs. Om er te geraken is het een lange klim langs smalle paadjes, al dan niet beladen met oogst- of plantmateriaal.

We eten zoete maïs bij de eerste stop en onze chauffeur eet ook balut. 
Balut is een gekookt, bevrucht eendenei dat half is uitgebroed.
Kek wil zelfs niet kijken...

En dan bereiken we Gonodon, waar de echte roots van Fanny, maar ook van June liggen.
Je geraakt er enkel via de hangbrug over de rivier.

 

 Gonodon, dat kleine dorpje aan de Chico rivier is volgens Fanny erg veranderd: van de originele huisjes is er nog maar eentje over.
Fanny wil heel graag dat ene overgebleven huisje bewaren, desnoods laten verplaatsen naar hun eigen stek.

We zien het werk op de rijstvelden.

 
 

We bezoeken de ato, de vergaderplek voor de mannen, waar ook varkens geofferd worden.

 

We zien de watertank, geschonken door Fanny en June in 2009.
 Nu moeten de bewoners niet langer een halve dag op stap om water te halen. 
Het water is bronwater van hoog op de berg.

We zien het huis van Grootvader, waar Fanny als kind elke zomervakantie doorbracht.

 

We ontmoeten de oudste vrouw van het dorpje.

 

We ruiken de varkens die ze in een put bij elk huisje hebben zitten.

 

We zitten op de stenen stoelen.

En vooral we bezoeken de school!

Overgrootvader had heel veel land in Gonodon.
Grootvader bouwde er een huis, een groot huis dat er nog steeds staat, met zijn graftombe ervoor. 
Zelfs de foto's van de voorvaderen hangen nog in het huis!
De vader van Fanny schonk een stuk grond om er een school op te bouwen en regelde alles met de overheid. Ze startten met één klaslokaaltje in 1946-47. Alle kinderen van het toenmalig dorp zaten in dezelfde klas: leeftijden van 6 tot 18 jaar.
 Niemand kon lezen of schrijven, dus kregen ze allemaal samen les.
Momenteel zijn er zes klassen.
We worden door de kinderen verwelkomd met een 'good morning, visitors'!
En ze zingen hun schoolhymne voor ons.

Over de bewoners van de mountain province, de Igorots en hun gewoonten leren we meer in het Bontoc-museum.
Het is een museum opgericht door een Belgische non: zuster Basil Gekiere uit Dentergem. Ze wilde de gebruiken en de geschiedenis van de bevolking van de Cordillera bewaren.
De museumshop wordt nog steeds door Belgische nonnen gerund!

 

 

De oorspronkelijke bewoners van de Cordillera Central zijn de Igorots. 
Igorot betekent "mensen uit de bergen". 
Bergmensen zijn helemaal anders dan de laaglanders, wordt ons vaak en trots verteld.
In elk geval: die van Gonodon waren headhunters. De vrouwen kregen een tattoo telkens hun man met een hoofd thuiskwam. Hoe meer tattoos, hoe eervoller.
Er bestond zelfs een speciale korf om het hoofd in te vervoeren.

In Gonodon begonnen Fanny en June ooit met de bouw van een huis, maar toen kwam Bohol op hun pad...
We slapen er een nacht met op de achtergrond het geruis van de rivier.

 

 

 

Zicht op Gonodon vanuit het huis.

 

De dorpsbewoners voorzien een 'welkomstlunch'!
De kippen, nog levend worden 's morgens al bezorgd.
Na de trip naar het Bontoc-museum, staat het eten klaar!

 

 

Vlees wordt gekookt zonder zout, de groenten (hier sayote) worden bovenop het vlees gegaard.
Gelukkig is er ook een lekker vegetarisch maaltje, meegebracht uit Bontoc en
zoals steeds ook veel fruit.

 
Sterappel!

Na de lunch beginnen we aan de lange terugtocht naar Baguio.
Kek had graag nog een extra dag in Gonodon doorgebracht...

donderdag 9 maart 2017

Zonder Snor

Op reis zonder Snor, voor het eerst...
Het is vreemder dan verwacht.
Hij is nog intenser aanwezig dan thuis.
We hebben samen zoveel gereisd en hadden al doende een echte routine opgebouwd.
Onze reisstijl was echt ONZE reisstijl: openbaar vervoer, low budget maar goed logies (vaak in jeugdherbergen), afgelegen plekken, eenvoudige maaltijden (soms gewoon yoghurt en fruit op de kamer), musea, markten, een botanische tuin, de plaatselijke gebruiken leren kennen, bier drinken, ...

Kek mist haar vertrouwde buur op de vlieger (Kek window, Snor aisle),
haar extra oren, wanneer er gewauwel uit luidsprekers komt in luchthavens en andere wachtzalen,
haar extra ogen,
haar woordvoerder als er uitleg gegeven moet worden,
(zijn Engels was pakken beter dan Kek haar Engels)
haar bord_leeg_eter, bij een verkeerde bestelling op restaurant,
(met het nodige gezucht vaak, dat wel)
haar lezer van informatieborden bij bezienswaardigheden,
haar geruststeller bij het nemen van bus, metro, ...
(soms was het eerder andersom: onruststoker ...)
haar maatje in absurde en hilarische situaties, 
...

We hielden op dezelfde manier van hetzelfde soort musea, 
van wandelen in de natuur
en van zwemmen in zee,
van gewoon zitten bij de zee,
van 's avonds op de kamer internetten met een fles wijn,
en alhoewel hij graag vlees en vis at, ging hij ook graag mee eten in vegetarische restaurants.

Aaaaaagh, en dan is er in de bus van Manilla naar Baguio het liedje van Eels, 

dinsdag 7 maart 2017

In het midden van Palawan

Het is een confortabele rit met de Van van El Nido naar Puerto Princesa!
Vans zijn big business in Palawan, er moeten dan ook én voortdurend heel wat toeristen vervoerd worden.
De rit gaat door een ongestoord groen en heuvelig landschap, met hier en daar rijstvelden in de vlaktes.
De huisjes, eerder hutten in hout, afgewerkt met bamboe en palmblaren, zijn perfect in het landschap geïntegreerd.
De zee is eerst aan onze rechterkant, later aan onze linkerkant.

 

Een uur vroeger dan verwacht komen we aan bij Villa Manuel in Puerto Princesa.
Villa Manuel is een verademing na Vera Rosa: rust, airco, wifi, zwembad,...

We proberen een tricycle te nemen naar het centrum, maar dat gaat niet zo vlot!
Uiteindelijk vinden we iemand die ons naar de cathedral wil brengen, misschien omdat het zondag is.
(Later ontdekken we dat tricycles niet allemaal een permit hebben om de stad in te rijden. De ene dag zijn het de witte en de volgende de blauwe die rijden. Sommige mogen alleen lokaal rijden.)

 

We komen er net aan als net de ene mis gedaan is en de volgende begint. Zelden zo'n volksverhuizing gezien!
We drijven even mee binnen tot de mis begint.

Vlakbij zien we de plaza cuartel, een WOII memorial.

  

 

Dé uitstap hier is de dagtocht naar de underground river. 
De grotten maken deel uit van het St Paul's Subterranean River National Park.
We delen de Van met 6 Filipinos en 2 Italianen.
Het is een heel gedoe om bij die grotten te geraken: bijna twee uur rijden tot de terminal van de barkas,

 

wachten tot we aan beurt zijn voor een barka naar de ingang van de grotten en weer wachten tot we aan beurt zijn voor de peddelboot die ons de grotten zal binnenvaren.

 

Onze gids moet nog even de Filipinos vastleggen voor het ingangsbord. 
Eerst allemaal samen, zes keer, want iedereen wil een foto.
Daarna nog eens elk apart.
Ze zijn heel verbaasd dat wij dat ook niet willen.

We gaan even grote leguanen spotten in het nabijgelegen oerwoud. 
Apen krijgen we niet te zien.

 

Voorzien van zwemvest en helm vullen we met ons 8 een bootje.
De grotten zijn mooi en gigantisch. We bevaren slechts een klein stukje in ongeveer een uur.
Een audioguide geeft uitleg en de peddelaar schijnt met zijn licht waar we moeten kijken.
Duizenden vleermuizen wonen in de grotten!
Het is moeilijk fotos maken in het donker, maar op sommige staat er toch iets ...
Eliane heeft veel betere fotos, maar daar is het nog even op wachten.

 

De stipjes zijn allemaal vleermuizen.

Sharon Stone (volgens de audioguide) is er ook, met een beetje verbeelding zie je inderdaad billen.

 

En dan zit onze vaart er alweer op en worden er weer fotos gemaakt.

 

Met de barka terug naar ons vertrekpunt en naar de lunch. 
Elke uitstap hier is 'lunch inbegrepen'. Het is een buffetstijl lunch en voor Kek is het standaard: groenten met rijst en fruit en een biertje.
Onze gids raadt ons aan Tamilok of wood worm te proberen. Het is een weekdier dat in rottend mangrove hout leeft en smaakt zoals oesters.
Ze noemen het dan ook 'the longest oyster'. Er voelen er zich maar weinig geroepen.
Google tamilok en je vindt meer over tamilok!

Goeie filosofie daar in ons lunchrestaurant!

 

Kek hoopt een napje te doen in de Van op de terugweg maar dat is zonder de Filipinos gerekend!
We zitten precies in een bus vol uitgelaten schoolkinderen.